Het rcth werkt met een traditionele bestuursmodel van een bestuur op afstand met een dagelijkse leiding. Het bestuur heeft in beginsel alle bevoegdheden. Binnen de door het bestuur en de directeur vastgestelde beleidskaders is de dagelijkse leiding verantwoordelijk voor de dagelijkse bedrijfsvoering. De Code Cultural Governance wordt door het rcth toegepast: er is een transparante en open wijze van werven van nieuwe bestuursleden aan de hand van vooraf vastgestelde profielen, het aftreedrooster is in 2014 vastgesteld en wordt gevolgd. Het bestuursprofiel kun je hier lezen.
Beknopte Historie
1988: Het rcth wordt opgericht in opdracht van de gemeente Rotterdam, met als doel het aanbieden van deeltijdopleidingen ‘regie’ en ‘spel’. Het leidde tot een particuliere kaderopleiding die zich richtte op het gebied tussen amateur- en professioneel theater.
1995: Vanaf 1995 kwam er een grote omslag in het werk van het rcth. De behoefte en overtuiging ontstonden om iets voor de directe omgeving te betekenen.
2001: In het kader van Rotterdam Culturele Hoofdstad startten we de samenwerking met andere culturele instellingen als het Luxortheater, Museum Boijmans van Beuningen en het NAi. Als gevolg van de grotere zichtbaarheid van het rcth in de stad benaderden steeds meer onderwijs- en maatschappelijke instellingen ons centrum. Door de grotere verwevenheid die hierdoor ontstaat tussen de kaderopleidingen en de theatereducatieve trajecten, trekken we steeds meer studenten aan die al actief zijn in het onderwijs of bij maatschappelijke organisaties.
(1988-1995)
Van de start tot partner van het maatschappelijk veld
Het rcth is op 1 januari 1988 opgericht in opdracht van de gemeente Rotterdam, met als doel het aanbieden van deeltijdopleidingen ‘regie’ en ‘spel’. Het leidde tot een particuliere kaderopleiding die zich richtte op het gebied tussen amateur- en professioneel theater.
(1995-2001)
De eerste omslag: van betekenis voor de nabije omgeving zijn
In 1995 kwam een eerste grote omslag in het werk van het rcth, toen een verslaafde buurman van het centrum door een raam sprong en stierf. De realiteit van drugs, eenzaamheid en depressie in de stad was plots dichtbij. De behoefte en overtuiging ontstonden om iets voor de directe omgeving te betekenen. Er werd actief contact gelegd met bewoners uit de wijk, waardoor we te maken kregen met sociaal-maatschappelijke problemen als werkloosheid en schulden. Er ontstonden contacten met kinderen en jongeren en er werd aansluiting gezocht met hun belevingswereld. Actief werken met deze doelgroep vereiste bredere kwaliteiten van de medewerkers van het rcth. Met interne opleidingen en trainingen verbeterden zij hun vakbekwaamheid op educatief en didactisch gebied.
(vanaf 2001 tot 2005)
Aansluiting bij andere culturele instellingen in de stad
In 2001 kreeg het rcth een kans om van betekenis te zijn voor de hele stad. In het kader van Rotterdam Culturele Hoofdstad startten we de samenwerking met andere culturele instellingen als het Luxortheater, Museum Boijmans Van Beuningen en het NAi.
We speelden voorstellingen in de openbare ruimte en op bijzondere locaties in de stad.
Voorbeelden hiervan zijn:
‘Het uur waarop we alles van elkaar wisten’ (Handke bij het NAi, 2007),
‘Op zoek naar de rode roos van Rotterdam’ (in de metro, 2001),
‘Diana’s verjaardag’ (in verzorgingshuizen, 2009)
en ‘De Binnenwegmonologen’ (2005).
In 2004 ontving Paul Röttger de Erasmusspeld voor zijn inzet voor de culturele en sociale samenhang van Rotterdam.
(vanaf 2005)
Het onderwijs als partner - van betekenis voor jongeren in de stad
Als gevolg van de grotere zichtbaarheid van het rcth in de stad benaderden onderwijs- en maatschappelijke instellingen ons centrum. Er ontstonden educatieve voorstellingen die de basis vormden voor theatereducatieve trajecten als ‘Seks in de Stad’, ‘Geweld in de Stad’, ‘Rozen in je buik’ en ‘Anders in de Stad’.
Parallel aan de ontwikkeling van de theatereducatieve trajecten werden de curricula van de kaderopleidingen versterkt. Er kwamen nieuwe vakken zoals psychologie en didactiek en in de methodieklessen kwam er meer aandacht voor het werken met bijzondere groepen. Ook startten we in 2009 met een nieuw profiel ‘theatercoach voor school en straat’. Door de grotere verwevenheid die ontstond tussen de kaderopleidingen en de theatereducatieve trajecten, trokken we steeds meer studenten aan die al actief zijn in het onderwijs of bij maatschappelijke organisaties. Voor hen biedt het rcth de mogelijkheid tot het verwerven van een tweede vakbekwaamheid op het gebied van theater.
Inmiddels krijgen we veel waardering voor ons werk. We zijn nog steeds trots op de Jos Brink-aanmoedigingsprijs die we in 2009 ontvingen. Verschillende bewindslieden, onder wie de toenmalige ministers Rouvoet (Jeugd en Gezin) en Plasterk (Onderwijs Cultuur en Wetenschap), bezochten de trajecten en spraken hun waardering uit.
samenwerking met de zorgsector
Vanaf 2012 werkt het rcth samen met zorginstellingen. De eerste productie die daaruit is voortgekomen was 'Naar vriendschap zulk een Mateloos verlangen' in co-productie met Humanitas. Daarop volgde de productie 'Wie is er nou gek of ik is een ander' een co-productie met Stichting Pameijer en Bavo-Europoort. Door het grote succes van beide producties raakten het rcth en Pameijer in gesprek en het resultaat is de nieuwe weg die we met elkaar zijn ingeslagen, op weg naar een vernieuwde culturele instelling voor studenten, bezoekers en kunstenaars met en zonder beperking.
Gebouw/ Cultuurhuis Delfshaven
Het rcth beschikt over een unieke accommodatie in het hart van Delfshaven. Ons gebouw aan de Mathenesserdijk is eenvoudig, maar compact en compleet: een ontvangstruimte, studios, verwarmde binnenplaats, keuken, kleedkamers, een vlakkevloer theater, kantoren en een buitengedeelte waar diverse kleine verblijfruimtes zijn geplaatst.
